Si lloras por no haber visto el sol, las lágrimas te impedirán ver las estrellas

If you cry because the sun has gone out of your life, your tears will prevent you from seeing the stars

Rabindranath Tagore

[ENGLISH BELOW]

Aanpassen. Nieuwe omstandigheden, een veranderende omgeving. Observeren, accepteren, het verwerken van teleurstellingen.

Net als iedereen, heb ik me ook moeten aanpassen. Van midden winter-hoogseizoen met nog meerdere reizen op het programma, tot opgesloten worden in eigen huis. De aankondiging van de Estado de Alarma in Spanje op 13 maart, betekende het per direct annuleren van reizen, en het zoeken van een nieuw ritme binnenshuis. Niet meer klimmen, niet meer skiën, niet meer wandelen. Geen wandelingetje door de heuvels achter mijn huis, niet meer badderen in het water waarover ik uitkijk aan de andere kant. Boodschappen doen zou de enige legitieme reden worden om naar buiten te gaan.

Turend naar het eindpunt, wordt de tocht heel zwaar. We kennen het allemaal: de dagen dat we ons eindpunt lagerop in het dal zien liggen en denken dat we er bijna zijn. Als vanzelf wensen we plotseling dat het ongemak zo snel mogelijk voorbij is, dat we eindelijk de benen kunnen hoogleggen. Ik herinner me maar al te goed de dag dat ik kennismaakte met de uitgestrekte vlaktes die Kirgizië tussen haar bergen verstopt heeft. Rond een uur of één kwamen we de pas over en zagen we het water voor ons uitstrekken. We zijn er bijna! …het was negen uur in de avond toen we eindelijk onze waterzakken vulden en ons klaarmaakten voor een bivak. Ik kan me weinig dagen herinneren die langer voelden.

Mogen we van geluk spreken dat er geen eindpunt is om naar te verlangen? De onzekerheid lijkt het moeilijkst, maar op een bepaalde manier geeft het verlichting. Het moeten loslaten van alle controle, gedwongen worden tot overgave. De ogenschijnlijke eindeloosheid van de situatie, laat geen ruimte om onszelf de toekomst in te wensen. We weten niet naar waar in de toekomst we ons zouden willen wensen. En vagelijk in die richting staren brengt ons geen stap dichterbij. We kunnen niks meer doen, dan vandaag op ons best. Het is één van de grote lessen die ik heb mogen leren door te klimmen (het toepassen blijft work in progress). Boven komen we niet door naar boven te blijven kijken, maar door ons te focussen op de stap die we hier en nu zetten. Voor we het weten, is het dan ineens voorbij.

Het kost tijd, wennen aan nieuwe situaties. Zien waar we zijn en wat we hebben, in plaats van denken aan wat we hadden, hadden zullen hebben, of zouden moeten hebben. Dat alles nog liever vandaag dan morgen. Ik kan het wel zeggen, dat ik moet focussen op die stap hier en nu, maar mijn hoofd blijft als een marionet naar bovengetrokken worden. Het is een dagelijkse training, want ook ik ben geprogrammeerd tot alsmaar meer, sneller, hoger, beter. Vertrouwen op dat we vanzelf boven zullen komen als we maar niet te graag willen, blijkt knap lastig. Maar pas als we dat vertrouwen gevonden hebben, kunnen we echt een stap vooruit.

Een nieuwe basis, een veranderend vertrekpunt. Kijken naar nieuwe kansen. Ruimte. Verrassingen. Openingen.

Soms komen ze uit de lucht vallen. Dit is toch geen moment voor geluk? Het moment dat je wereld tot stilstand komt – of zoals in dit geval, onze wereld tot stilstand komt – lijkt niet samen te gaan met vooruit komen. Gedwongen wordt het een moment om te accepteren dat we veel kunnen willen, maar dat ‘dit’ is waar we het nu mee moeten doen. Dat er niks te willen valt. Meer, sneller, hoger, beter; mijn hoofd blijft het proberen, probeert zich krampachtig vast te grijpen aan dat wat was en dat wat zou moeten zijn. Maar zo goed als het gaat kijk ik niet meer naar boven. Wat kunnen we anders dan ons overgeven?

Ineens blijkt daar juist een moment voor geluk. Die – eerlijk is eerlijk – schaarse momenten dat het lukt om geen energie te verspillen aan dat wat had zullen zijn. De momenten tijdens een tocht dat we vergeten ergens naar onderweg te zijn. De momenten tijdens het klimmen dat we ons niet laten overspoelen door angst of de wens al boven te zijn. De momenten dat oud plaatsmaakt voor nieuw, en nieuw nog alle vormen aannemen kan.

Het zijn die momenten – dat we ineens weer zien dat de wereld veel groter is dan we zojuist nog dachten. Die momenten dat we stoppen met zoeken naar de zon, en de sterren ineens verschijnen.


Open

Adapting. New circumstances, a changing environment. Observing, accepting, dealing with disappointments.

Just like everyone else, I also had to adapt. From high winter season with several more trips on the program, to being locked up in my own home. The announcement of the Estado de Alarma in Spain on March 13 meant the cancellation of several trips and the search for a new rhythm indoors. No more climbing, no more skiing, no more hiking. No more strolling in the hills behind my house, no more bathing in the water I oversee on the otherside. To go shopping would become the only legitimate reason for going out.

Gazing at the finish, the trip becomes hard. We all know it: the days when we see the finish point lower in the valley and think we are almost there. We suddenly wish that the discomfort would be over straight away. I remember so well the day when I became acquainted with the vast plains hidden between the Kyrgyz mountains. Around one o’clock we came across the pass and saw the water stretching out in front of us. We are almost there! … it was nine o’clock in the evening when we finally replenished our water supply and prepared for a bivouac. I can’t remember many days that felt to be longer.

Should we feel lucky that there is no finish to long for? The uncertainty seems the hardest part, but some way it gives relief. Having to let go of all control, being forced to surrender. The apparent endlessness of the situation leaves no space for wishing ourselves into the future. We don’t know where in future to wish for. And staring vaguely in that direction does not bring us any closer. It is one of the great lessons I learned through climbing (the execution remains work in progress). We don’t get to the top if we keep looking up, but by focusing on the step we are taking here and now. Before we know it, we suddenly arrive.

It takes time to get used to new situations. See where we are and what we have, rather than thinking about what we had, should have, or want to have. All this, the sooner the better. I can say that I have to focus on that step here and now, but my gaze is being pulled upwards like a puppet continuously. It is a continuous daily training, because I am also set on more, faster, higher, better. Having the confidence that we will emerge automatically if we don’t want something too much, proves to be difficult. But only when we have found that trust can we really take a step forward.

A new base, a changing point of departure. Seeing new opportunities. Open. Space. Surprises.

They come out of the blue. It doesn’t seem the moment for luck or maybe even happiness. The moment your world comes to a standstill – or as in this case, our world comes to a standstill – doesn’t seem to go along with moving forward. Forced to accept that ‘this’ is it for now. That there is nothing to want or to wish for. More, faster, higher, better; my head keeps trying, trying to cling to what was and what should be. But I don’t look up anymore. What else can we do but surrender?

Suddenly it actually seems to be a moment for happiness. Those – to be fair – scarce moments when we manage not to waste energy on what should have been. The moments during a trip that we forget we were headed somewhere. The moments while climbing that we don’t let ourselves be overwhelmed by fear or the desire to summit. The moments when old gives way to new, and new still can take all forms.

It is those moments – when we suddenly see that the world is much bigger than we thought a split second ago. Those moments when we stop longing for the sun and the stars suddenly appear.