Voor mijn vertrek naar Zuid-Amerika was ik zenuwachtig. Natuurlijk, het was mijn eerste grote, langere reis, en bovendien alleen. Mijn zenuwen werden echter voornamelijk veroorzaakt door de verhalen die ik hoorde over de veiligheid. Berovingen, ontvoeringen: de reizigers zonder dit soort ervaringen leken meer uitzondering op de regel. Wie ik ook vertelde dat ik ging reizen door Bolivia, Peru en Colombia, kende wel weer iemand met een slechte ervaring. En daarbij, mensen in mijn directe omgeving beschouwen mij geregeld als naïef. En ja, dat is waar, maar mijn naïviteit is wellicht het beste wat ik heb meegenomen op reis.

Al snel na mijn vertrek begin ik mij af te vragen of het allemaal wel zo erg is. Berovingen, zakkenrollers: het is maar hoe je het benoemt, maar voor de connotatie maakt het een groot verschil. Het lijkt erop dat veel reizigers over een beroving spreken als er gewoon iets van ze gejat is. Verander alle verhalen over berovingen in verhalen over zakkenrollers en het beeld van Zuid-Amerika kan niet erger zijn dan het imago van Rome. Uiteraard, ik kan niet ontkennen dat er meer is dan slechts wat zakkenrollers, dat er een reden is dat mensen banger zijn in Zuid-Amerika dan in Rome. Dat verschil heeft wellicht te maken met het risico dat gelopen wordt. Hoewel het in Rome een optie is om extra goed op de eigendommen te letten of desnoods om het op een lopen te zetten, is het op het Zuid-Amerikaanse continent volledig onverstandig om in de verdediging te schieten. Op de tas letten kan misschien de kansen van zakkenrollers verkleinen, maar de vraag om bezittingen te overhandiging wordt vaak genoeg recht op de man af gesteld, als tassen en camera’s niet simpelweg van je af getrokken worden (op hulp van omstanders hoef je in geen geval te rekenen). En dat dit niet altijd op gun- of knifepoint gebeurt, maakt van nee-zeggen of wegrennen nog geen verstandige keuzes. Het lijkt erop dat de stap naar serieuze misdaden in dit deel van de wereld sneller gemaakt is. Risico’s nemen met de hoop dat er geen wapens op zak zijn, is zo ongeveer het stomste wat je kan doen, aangezien je weet dat ze worden gebruikt als er niet meegewerkt wordt. En het is waar, als ze jouw nieuwe schoenen heel graag willen hebben, kunnen ze het vragen nog wel eens overslaan. Toch denk ik dat het beeld van Zuid-Amerika dat in Europa bestaat, niet geheel terecht is. Het risico mag dan groter zijn, maar dat betekent niet dat er altijd of uitzonderlijk veel vaker heftige incidenten plaatsvinden dan in een willekeurige, grote stad in bijvoorbeeld de Verenigde Staten.

Bovendien zijn veel risicovolle situaties te vermijden met simpele ongeschreven regels. Niet in het holst van de nacht dronken over straat gaan in La Paz, Bolivia, bijvoorbeeld. Met de wetenschap dat er in Bolivia nog steeds mensenoffers plaatshebben en dat daarvoor eenzame mensen die niet direct gemist worden (daklozen zonder familie of dronken, alleenreizende backpackers, bijvoorbeeld) van straat geplukt worden, is het geen moeite om een slingerend, nachtwandelingetje terug naar het hostel achterwege te laten. Een ander groot risico wordt bijvoorbeeld door taxi’s gevormd. Met de verhalen over taxi-kidnappings in het achterhoofd, is het makkelijk te besluiten niet de eerste, maar de tweede taxi (mét een bubbel op het dak) die voorbij komt aan te houden, of om even binnen te vragen of iemand er één kan bellen. Risico’s als deze vermijden kost geen moeite, essentieel is echter om te weten hoe deze risico’s te herkennen zijn en wat de alternatieven zijn. In dit geval betekent dat slechts te weten hoe een ‘veilige’ taxi eruit ziet. Nog een voorbeeld: onder geen geding je paspoort tevoorschijn halen op straat, zelfs niet als de politie erom vraagt. Stelregel is namelijk: zelfs de politie is niet te vertrouwen, als het überhaupt al echt politie is. Behalve dit soort simpele regels opvolgen, is beroofd worden of niet beroofd worden vooral een kwestie van geluk hebben als je het mij vraagt. Het is wellicht meer een zaak van niet op het verkeerde moment op de verkeerde plek zijn, dan van uitkijken of voorzichtig zijn. Hoewel er op veel plaatsen aan te voelen is hoe de situatie is, is het vaak genoeg onmogelijk om te weten wat het verkeerde moment op de verkeerde plek is. Het enige wat de reiziger, en meestal geldt dit net zo goed voor de local, te doen staat, is voorbereid zijn op het onvermijdelijke feit dat er een keer iets gebeuren gaat.

Hoewel ik durf te zeggen dat ik vaak genoeg voorzichtig ben geweest, moet ik toegeven dat ik mij lang niet altijd aan alle regels gehouden heb. Voorbereid zijn op het onvermijdelijke feit was meerdere keren het enige wat ik deed: accepteren dat ik mij in een situatie bevond waarin mij iets zou kunnen overkomen, dus mij daar zo goed mogelijk op voorbereiden. Wederom met wat simpele handigheidjes: waardevolle spullen verspreiden, genoeg geld bij de hand in de broekzak om eventuele belagers mee tevreden te stellen en vooral zoveel mogelijk spullen thuislaten. Maar verder stond ik vaak genoeg voor de keuze iets te laten vanwege een groter risico of om dat risico voor lief te nemen en mijn plannen uit te voeren. Dat laatste heb ik vaak gedaan. Als je niet bereidt bent om risico’s te nemen, is het wellicht beter om thuis te blijven. Op reis gaan is namelijk al deel van het risico en betekent op zichzelf al grotendeels het accepteren van risico’s.

Dat ik misschien niet altijd genoeg op mijn hoede was werd mij vooral duidelijk wanneer ik mijn tijd deelde met locals. Als zelfs zich zelfs in hun eigen woonplaats onveilig voelen, moet er echt iets mis zijn. Dat ervoer ik al in Lima, waar de taxichauffeur mij dringend verzocht om mijn tas te verstoppen en ook toen mijn medepassagier mij bijna panisch vroeg om de deur op slot te doen. Dat ervoer ik in Arequipa waar ik nietsvermoedend met iemand over straat wandelde totdat hij enigszins ongerust zei dat we toch echt een taxi moesten nemen. Het werd mij duidelijk toen mij op een voor mij ogenschijnlijk rustige zondag werd afgeraden om te reizen, omdat het verkiezingsdag was. In Santa Marta werd ik nerveus van het feit dat ik een opgelaten Colombiaan naast mij had lopen die mij absoluut niet alleen naar mijn hostel liet terugkeren. De politie op straat die vroeg waar mijn hostel was en mij vervolgens op het hart drukte om in die buurt voorzichtig te zijn. Een schattig, onschuldig strandplaatsje waar de gevaren heel ver weg leken, totdat een local mij vertelde dat hij hier een paar jaar terug in zijn boxershort door de straten vluchtte: ze wilden letterlijk alles van hem hebben.

Vooral werd het mij echter duidelijk op mijn laatste dagen in Bogota. Dat we op klaarlichte dag samen door de stad liepen, een voor mij onschuldiglijkende afslag wilden nemen, totdat mijn metgezel zei dat we er toch maar één door zouden lopen. Waarom? Er waren niet genoeg mensen op straat, de weg liep steil omhoog en mensen die moe zijn vormen een makkelijk doelwit, er was geen politie te bekennen, maar uiteindelijk was het vooral het gevoel dat zei dat dit de verkeerde plek op het verkeerde moment was. Of mijn gastheer die vertelde dat hij samen met zijn huisgenoten praktisch voor de deur van hun appartement beroofd werd. Die ’s middags in de bus zat en de messen tevoorschijn zag komen: de halve bus werd beroofd, het kon gewoon. Of één van de huisgenoten die ’s avonds naar de ATM moest en vroeg of we even met z’n allen konden gaan.

De alertheid van locals stelde mij nog meer op scherp, maar toch voelde ik mij niet onprettig, zelfs in Bogota niet. Ik ben mij ervan bewust dat deze voorbeelden en dit hele verhaal jullie beeld van Zuid-Amerika niet verbeterd. Zelfs ik begin mij bijna af te vragen wat ik daar deed, nu ik vrij specifiek op deze gebeurtenissen terugkijk. Toch lieg ik niet als ik zeg dat ik mij geen moment onveilig heb gevoeld. Nu, ongeschaad, na ruim vier maanden reizen over dit prachtige Zuid-Amerikaanse continent, voel ik mij gezegend met mijn naïviteit. Wellicht is naïviteit niet eens de goede bewoording en kan ik het beter onbevangenheid noemen, of moet ik toegeven dat het slechts een (domme) ontkenning van de gevaren is. Eerder dan als onwetendheid of onnozelheid, heeft mijn naïviteit zich geuit als een bewuste uitschakeling van weten; ik koos ervoor om niet te weten. Hoe dan ook besef ik mij dat het makkelijk gezegd is dat ik er blij mee ben, omdat ik nu eenmaal veel geluk heb gehad, maar tegelijkertijd weet ik dat de voordelen van mijn naïviteit hoogstwaarschijnlijk opwegen tegen wat mij had kunnen overkomen. Ik heb de afgelopen maanden gedaan wat ik wilde, soms situaties vermeden, maar ook echt risico’s genomen omdat ze beter in mijn plannen pasten. Ik was alert, maar niet bang, en liet mij zeker niet door enige angst leiden. Mijn naïviteit of onbevangenheid stelde mij in staat open te staan voor bijna alles en alles te doen wat ik wilde. Het stelde mij in staat mensen te vertrouwen en van het goede uit te gaan. Dit bracht mij de mooiste ervaringen, van meeliften op een kippentruck tot aan de bijzonderste logeeradressen en meest intense vriendschappen. Ik leerde open te staan voor wat de situatie mij kon brengen, kansen te grijpen en simpelweg te DOEN.

Vertrouwen in mijn medemens en het leven bracht mij zoveel moois, en wat had ik te verliezen? Een telefoon, een paspoort en wat geld. Ik weet wat mij meer waard is.